|
|
Bataviasche Kunstkring dd.15-11-1941
Toende Zwitsersche dichter Rene Morax in 1921 het bij Lausanne gelegen Theatre d'art du Joret wilde heropenen met een opvoering van zijn juist voltooide psaume dramatique Le Roi David, vond hij na eenige moeite een componist, die bereid was het werk binnen twee maanden tijds van een partituur te voorzien. Die componist was de toenmalige 28 jarige Arthur Honegger. Een man met groote gaven en met buitengewone vakkennis. Honegger bevond zich juist in zijn meest productieve periode. Hij begon met de koren, die hij zonder herlezen aan den drukker zond en binnen twee maanden was het werk voltooid, dat uitmunt door spontaniteit en geestkracht, een werk van formaat, dat wezenlijk beantwoordt aan zijn opzet. Van de 27 episoden, waaruit Le Roi David is samengesteld, had Mevr. Barbas-van Koetsveld van Ankeren er 3 gekozen, waarvoor zij de begeleiding bij gebrek aan de originele partituur uit de klavierpartij had georkestreerd. Dat was geen bezwaar: Honegger beschikte voor de eerste uitvoering slechts over een zeer beperkt orkest en heeft zijn werk naderhand tot een soort oratorium omgebouwd, waarbij hij de orkestratie aanmerkelijk heeft uitgebreid. De uitvoering van gisteren zal dus den oorspronkelijken vorm stellig zeer nabij gekomen zijn. Zij zal bij menigeen den wensch hebben opgeroepen naar een volledige verklanken, die mogelijk lijkt, al zal de bezetting van de overige solo-partijen wel eenige moeilijkheid opleveren. Mevr.M.G. d'Ailly-ten Cate bleek in elk geval voor haar taak berekend te zijn en het koor al evenzeer. De tweede noviteit van den avond vormde het Magnificat van den Engelsche componist R.Vaughan Williams, dat niet op dezelfde hoogte staat als Le Roi David, maar toch stellig de kennismaking waard was. Williams houdt zich doorgaans bezig met het volkslied en de Engelschen klassieken; zijn Magnificat was als modern werk een verrassing en getuigt van eenigen invloed van Ravel, die nog een oogenblik zijn leermeester is geweest. Voor het overige bevatte het programma een keur van fragmenten uit opera's van Lully en Rameau en drie oude Fransche volksliederen, zonder uitzondering muziek van voorname allure. In de soli en obligaten onderscheidden zich naast mevr.dÁilly de sopraan mevr.C. Lanzing-Fokker. Voorts de fluitist Mr.J.W.van Hoogstraten, wiens terugkeer op het podium zeer welkom was en de trompettist de hr.P.C. Polderman. Mej. A.Kehlenbrink toonde zich een bekwaam pianiste. Niet alleen voor de programma-keuze verdient mevr.Barbas een bijzonder woord van erkentelijkheid Mevr.van Starkenborgh woonde het concert bij. De Witte

|
|
|
|